524 J 2 DECEMBER 1937. het College de mogelijkheid van een centraal federatief ad ministratief orgaan. Immers staat niets in den weg om dan te komen tot een gemeentelijken dienst voor sociale zaken, waaraan kan wor den toevertrouwd o.m.: A. het onderzoek naar den toestand en de verzorging van de gezinnen, die bij de gemeente ondersteuning, in wei ken vorm ook, hebben aangevraagd of door de gemeente worden ondersteund; B. de voorbereiding en uitvoering van de beslissingen van Burgemeester en Wethouders met betrekking tot de vol gende onderwerpen: 1. ondersteuning ingevolge de bepalingen van de Rijks steunregeling voor werkloozen; 2. ondersteuning in geld en in natura aan de overige groepen van behoeftigen, die ingevolge de bepalingen van de Armenwet voor bijstand in aanmerking komen; 3. geneeskundige verzorging van on- en min-verrno- genden 4. verzorging en verpleging van on- en minvermogenden in krankzinnigengestichten, andere gestichten en gezinnen, 5. de bemoeiingen van gemeentewege op het gebied van tuberculose-bestrijding, uitzending van kinderen naar vacan- tie- en gezondheidskolonies, wijkverpleging, openbare col lecten, woekerbestrijding, voorschotverleening enz.; 6. verhaal van kosten van armenverzorging. C. de voorbereiding en uitvoering van maatregelen op het terrein van het maatschappelijk steunwezen of die be vorderlijk zijn aan de bestrijding der werkloosheid of de gevolgen daarvan, voorzoover deze zorg niet uitdrukkelijk aan anderen is opgedragen; D. de samenwerking met, alsmede het dienen van voor lichting aan vereenigingen en instellingen, welke werkzaam zijn op het gebied van het maatschappelijk steunwezen;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 524