530 2 DECEMBER 1937. worden prijsgegeven. Er is een tijd geweest, waarin een stre ven bestond om alles en nog wat in het openbaar te behan delen. Hiervan zijn de heer de Jong en zijn politieke me destanders groote voorstanders geweest. Zij hebben zich echter op dit punt herzien, aangezien hun dat systeem op den duur niet is bevallen. Spr. denkt hierbij aan kwesties over de salarissen en loonen van het gemeentepersoneel. Deze kwesties worden tegenwoordig in het Georganiseerd Overleg besproken en niet meer in de raadzaal, omdat men heeft ingezien, dat alles, waaraan een persoonlijke kant zit, beter niet in het publiek gebracht kan worden. Zoo ziet men, dat het Georganiseerd Overleg vaak tot belangrijke besluiten komt en men in de raadzaal gespaard blijft van politieke loon- en salaris-debatten. Zoo is het z.i. ook gesteld ten opzichte van het Burgerlijk lArmbestuur. Wordt dit een gemeentelijke dienst, dan zit daaraan vast de kans, dat de zaken betreffende dien dienst in het publiek worden besproken. En als er nu iets is, dat minder geschikt is om in het publiek te worden besproken of in de politiek te betrekken, 'dan zijn het wel de zaken, welke het Burgerlijk Armbestuur aangaan. Spr. gelooft, dat men beter zal doen, ter wille van de politieke hartstochten, deze zaken buiten de politieke sfeer te houden en het Bur gerlijk Armbestuur te laten, wat het is. Spr. gelooft ook niet, dat het Burgerlijk Armbestuur ooit reden tot klagen heeft gegeven; er is nimmer een redelijke aanleiding geweest om die instelling ten aanzien van zijn handel en wandel onheusch te bejegenen. Iets anders is de wensch van den heer d e Jong om meer toezicht en contact te scheppen tussctien de Gemeente en het Burgerlijk Armbestuur. Spr. kan den heer de Jong op dit punt geruststellen; er komt straks een voorstel aan de orde, hetwelk beoogt dit contact inniger te maken. Het gehalte van de door het Burgerlijk Armbestuur ge- steunden heeft inderdaad in den loop der jaren een aan merkelijke verandering ondergaan. Burgemeester en Wethou-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 530