besluiten,dat B.en W. die mogelykheid wel zien.Op grond daarvan wil ik nog eenige vragen stellen, ad b.De inhoud der spaarkassen,die volgens de hypotheek-acte,na aftrek van de reglementaire administratie-kosten,was te bestemmen om daar uit rente en aflossing van de aan de Gemeente verstrekte gelden af te lossen,is elders aangewend.Nakoming dezer verplichting,ook voor het verleden,lykt zeer bezwaarlyk. Dit laatste is inderdaad het geval,maar hier ryst de vraagWaarom is niet van den beginne de hand gehouden aan deze bepaling? Waarom is geen regeling getroffen voor de door afschryving of anderszins vrykomende gelden,die ook hiervoor moeten v.orden bestemd? Hoeveel spaarders zyn er nog? ad c. De rente,zoowel aan de Gemeente als aan de N.V.Sportfondsen moet uit de spaarkassen worden voldaan. Maar,waarom moet aan de hand van de bepaling,dat de inhoud dier spaarkassen moet dienen om rente en aflossing aan de Gemeente te w voldoen,de N.V. worden gelyk gesteld? tin ingevolge het vermelde onder e. worden vóór de aflossing ook nog aan de N.V.de gelden terugbetaald,die nu als voorschot worden verstrekt om te trachten de zaak een beetje beter op gang te bren gen. ad d. i£r wordt in de vóór ons liggende ontwerp-regeling aan de N.V. Sport-, fondsen geen rente uitgekeerd over de door deze N.V.voorgeschoten stichtingskosten boven f.£00.000,-.Hieruit zou volgen,dat die N.V. Sportfondsen ook nog heeft bygedragen in de stichting sko sten bene- den de f£00,000,-.Ën dat is my niet duidelyk.Toen de voorstellen in den Raad behandeld werden,was de raming der stichtingskosten f.£00.000,- .Daarvan zou de Gemeente f.175.000,- verstrekken,terwyl de N.V. voor den bouw f.£0.000,- beschikbaar stelde,dat later op aandrang van B.en W. tot f £5.000,- werd verhoogd "ten einde het geldelyk risico voor de Gemeente te verminderen",zeggen B.en W.op blz.547 vande notulen van S October 1952. Hoe zit dat nu met die f.£5.000,-? Wordt die door de N.V.als een gelykwaardige schuld beschouwd als de door de Gemeente ver strekte f.175.000,-? Zoo ja,waar blyft dan de verminderde risico voor de Gemeente? Mynheer de Voorzitter,het komt my voor,dat de N.V.,wier voorzit ter hier enthousiaste redevoeringen heeft gehouden om de oprichting te bepleiten en daarby de risico voor de Gemeente als onbeteekenend voorstelde,er wonderwel in geslaagd is,de grootste verlieskansen naar de Gemeente te schuiven. Zooals ik in het. begin reeds zeide: ik geloof niet,dat er nog veel van terecht te brengen is,maar gaarne vernam ik toch van B.en Vvof zy inderdaad nog een mogelykheid zien om het Sportfondsenbad rendabel te maken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 553