De VOORZITTER zegt,dat het College van B. en Vi90k van meening is,dat men hier voor een vrywel hopeloos geval staat.Spr.wyst er op,dat indertyd is gebouwd voor f.230.000,-,dus meer dan aanvankelyk in de bedoeling lag.Het boven f.200.000,- uitgegeven bedrag schuift de Gemeente evenwel op zyde; zy wil daarmede niets te maken heb ben; het wordt dan ook in deze regeling niet betrok ken. Dit dient men by dit voorstel in het oog te houden. Spr.'s ambtsvoorganger was gedelegeerde van de Gemeente in hst bestuur van het Sportfondsenbad. Spr.is hem als zoodanig opgevolgd.De financieels moeilykheden waren toen al in vollen gang.% de aanvaarding van zyn functie heeft Spr.,nadat hy zich mm den stand van zaken had laten uitleggen, direct gezegd,dat die toestand niet houdbaar was. Hy heeft het bestuur toen gevraagd,of het Sport fonds enbad fi/nancieel nog te redden was.Het be stuur meende,dat dit mogelyk zou zyn door het aan brengen van bezuinigingen en door het aanwerven van spaarders.Dit laatste zou echter niet gemakke- lyk zyn,als naar buiten doordrong,dat het bad fei- teiyk op springen stond.Vandaar dat daarover de diepste geheimhouding in acht genomen moest worden Tot 1 Augustus 1935 heeft de Gemeente steeds alles gekregen,waarop zy recht had.Daarna niet meer;al les was toen gebruikt.De Gemeente heeft toen on- derhandelingen aangeknoopt,welke van de zyde van het Sportfonds enbad niet vlot zyn verloopen.De ooi- zaak hiervan moet veel meer nog worden gezocht by de N.V.Sportfondsen te Amsterdam;ook voor die in stelling is de loop van zaken te Bredaeen strop. Ten slotte is men gekomen tot de thans voorliggen de regeling. Laat men de zaak loop en, dan gaat het bad failliet.De Gemeente kan de exploitatie niet overnemen,aangezien hst dan nog een grootere de bacle voor haar zou worden;daarom is dit de eenige oplossing.Laat men het probeeren.B.en W.hebben er ook niet veel vertrouwen in,maar zy achten het toch beter,het bad-het nog even te laten uitzingen men geeft het dan nog een kans.Het staat ermede als met de veemarkt.Mocht over een half jaar bly- ken,dat het niets uithaalt,dan kan men nog verder zien. 4 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 554