men nu wil trachten het aantal spaarders op te voe ren, dit niet gemakkelyk zal gaan;immers,de gedu peerde spaarders zyn daarvoor geen propagandisten! Daarby komt,dat het verbod van gemengd zwemmen niet leeft in de Bredasche bevolking.Men moet maar eens zien hoevelen er 's Zondags naar den Moerdyk trekken om daar gezamenlyk te kunnen baden en zwem- msn.6pr.kan den Raad dan ook de verzekering geven, dat hst verbod van gemengd zwemmen een v: n de ern stigste oorzaken is van de verminderde belangstel ling in het Sportfondsenbad.% geeft dan ook den Raad in overweging,zyn standpunt in deze te her- zien.Het is wel eigenaardig,zegt 6pr.,dat in 1932 3 alleen de heer Mabelis zich in den Raad uitsprak tegen het gemengd zwemmen;van andere zyde werd er toen alleen aangedrongen op een goed toezicht daar op. Ëenige jaren later werd evenwel,zonder dat er eenige aanleiding toe was,aan het gemengd zwemmen in deze gemeente een einde gemaakt en daarmede werd tevens het voortbestaan van het Sportfondsen- bad onmogelyk gemaakt. De heer LOONEI zegt,dat de heer Van Houten de zaak op haar kop zet.Het gebruik van het familiebad liep achteruit.Het bestuur heeft toen aan de algemeens vergadering het voorstel gedaan,het familiebad op te heffen.Een commissie uit de spaarders,waarin ook tegenstanders van de opheffing zitting hadden,heeft de zaak toen onderzocht, en is tot de conclusie gekomen,dat het gemengd zwemmen feitelyk een hindernis was voor een goeden loop van zaken by het Sport fonds enbad,waarna men heeft besloten het gemengd zwemmen af te schaffen.Zoo is de zaak en niet anders. Wethouder VAN DER WERF zegt,naar aanleiding van de woorden van den heer Van Hou ten, dat hy in 1932 nog niet in den Raad zitting had en dus niet kan beoordeelen,of de zaak zich inderdaad zoo heeft toegedrag en,maar wel kan hy zich voorst ellen,dat het Sportfondsenbad toen in dezelfde conditie moest komen als de andere bad- gele&enheden in Breda.Dit geldt evenzeer voor den toestand,die ontstond toen de Raad het gemengd zwemmen verboden had.Op grond hiervan kan men niet,zooals de heer Van Houten wil,voor een be paald geval gaan vastleggen,dat er wel gemengd zwemmen mag plaats hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 556