De heer ELICH vindt het vreemd,dat men eerst nu daarmede komt. De VOORZITTER zegt,dat zulks verband houdt met de aanhangige plannen tot grenswyziging.Het Provinciaal Bestuur acht eveneens het tot standkomen van een uitbreidingsplan voor een groot-Breda zeer g ewenscht. De heer ELICH vraagt,of men niet eerst eens het oordeel van Grandprê Moliere over het bestaande uitbreidingsplan zou kunnen inwinnen. De VOORZITTER antwoordt,dat daarover reeds is gesproken,doch dat het beter werd geacht een nieuw plan te ontwerpen. De heer VAR KEEP vraagt,of er ook een tydsbestek is bepaald,waarbinnen het nieuwe plan gereed moet zyn. De VOORZITTER antwoordt,dat het plan zoo gauw mogelyk gereed zal worden ge maakt.Men moet echter wel bedenken,dat het nieuwe plan nooit bindend kan zynjhet zal als het ware een leidraad zyn voor wy- zigingen van het bestaande uitbreidingsplan en ook voor het Provinciaal Bestuur,dat de randgemeenten dan in de gewenschte richting kan sturen. De heer STRUIKEN is het met het denkbeeld van B. en Vvvolkomen eens.Maar,zegt Spr.,men houdt dan den toestand,dat er nog steeds geen uitbrei dingsplan is, zoodat verschillende zaken zv^evend blyven. De VOORZITTER ontkent zulks;men houdt immers hst reeds bestaande ontwerp-plan. Dit is voor verschillende zaken deugdelyk,doch voor verdergaan- de plannen,zooals het verder openleggen van de Boeimeer,kan men dan met net plan van Grandprê Moliere,zelfs reeds met den eersten opzet ervan,te rade gaan. Daarop wordt besloten zich in be ginsel te vereenigen met het voorstel van B. en Vu. De VOORZITTER legt allen,die hierby tegenwoordig zyn geweest,strikte geheim houding op,daar by uitlekken van deze aangeleg enheid, een eigen aardige situatie zou ontstaan ten opzichte van de randgemeenten. De Secretaris, De Voorzitter, echter voor den drukker Van der Linden hoogst onaangenaam zyn,als in het openbaar tot zyn - 3 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 560