VU 16 11 MAART 1937. kelijk klein stuk, namelijk het gedeelte, waar verleden jaar de boomen uitgehaald zijn. Als het in het voornemen ligt, daar weer boomen te planten, dan geeft Spr. in overweging, zulks nü te doen; de omwonenden hebben er dan dit jaar nog wat aan. De heer BRANTJES weet, dat aan verbetering van deze laan meteen vastzit het leggen van een nieuwe rioleering; dit maakt de zaak duur. Mocht men er evenwel toe overgaan de laan te verbeteren, dan dringt Spr. er op aan, daarin een fietspad te maken. De VOORZITTER antwoordt, dat een en ander zal wor den nagegaan. Daarop wordt, overeenkomstig het prae-advies, besloten het adres voor kennisgeving aan te nemen. 13. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op een adres van de Bredasche Concours-Hippique-, Harddraverij en Renvereeniging, verzoekende een gemeentelijke garantie verklaring te willen verleenen in een eventueel deficit van het in 1937 te houden concours-hippique (Bijlagen 1937, no. 38). Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om te berusten in het eindvonnis van de Arrondissementsrechtbank te Breda, uitgesproken in de zaak van den bouwondernemer J. J. C. M. van Keep contra de Gemeente (Bijlagen 1937, no. 34). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking- te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 66