31 MAART 1937. 95 Wethouder VAN BUITENEN antwoordt, dat deze aan gelegenheid destijds in overleg met den betrokken Bond is geregeld. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop con form het voorstel van Burgemeester en Wethou ders besloten. 28. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het wijzigen en opnieuw vaststellen van de verordeningen op de heffing en invordering van schoolgeld voor het lager en ^uitgebreid lager onderwijs. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt conform het voorstel van Bur gemeester en Wethouders besloten. 29. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter kennisneming aanbiedende een rapport van het Accoun tantskantoor van H. Sparrius te Rotterdam, in zake op neming van boeken en kas van het Gas-, het Waterleiding-, het Electriciteits- en het Radiodistributiebedrijf op 24 Ee- bruari j.l. De VOORZITTER stelt voor, deze stukken voor kennis geving aan te nemen. Daartoe wordt besloten. 30. Afschrift van het Koninklijk Besluit van 27 Februari 1937, no. 5, waarbij de beroepen, ingesteld door J. P. van Rossum, Ch. M. IngenHousz en de Weduwe Z. Asselbergs-van Dixhoorn tegen het besluit van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, houdende goedkeu ring van de bebouwingsvoorschriften voor gronden aan de Burgemeester Kerstenslaan, Burgemeester de Manlaan en Oranjelaan, ongegrond worden verklaard.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 95