108 26 APRIL 1938. 1920, over het jaar 1935 aan besturen van eenige bijzondere lagere scholen, met inbegrip van de driejaarlijksche afreke ning over de jaren 1933 tot en met 1935 (Bijlagen 1938, no. 54). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 23. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot uitbe taling van een obligatie van de 3V2°/o-leening 1893 dezer ge meente, waarvan de mantel in het ongereede is geraakt (Bij lagen 1938, no. 56). De VOORZITTER deelt mede, dat de firma Lent j es enDrossaerts heeft gevraagd, of er bezwaar tegen was, dat aan de actie werd toegevoegd: „welk stuk eigendom is van de firma Lentjes en Drossaerts te 's-Herto- genbosch". Spr. vraagt, of hiertegen bedenking bestaat. Dit niet het geval zijnde, wordt de acte aldus aangevuld. De heer MEIJS merkt op, dat de wijze van dekking veel eenvoudiger kan geschieden dan thans wordt voorgesteld, na melijk door het stellen van een bankgarantie. Het systeem om zich voor geldelijk nadeel te vrijwaren door het geven van een zakelijk onderpand als voorwaarde te stellen, is verouderd. Spr. kan dan ook geen genoegen nemen met dit voorstel. De VOORZITTER antwoordt, dat het geven van een on derpand meer zekerheid biedt voor de Gemeente. Bovendien heeft belanghebbende genoegen genomen met deze voorwaar de. Spr. ziet derhalve niet in, waarom men in de wijze van dekking verandering zou brengen. Als een dergelijk geval zich in de toekomst nog eens zou voordoenkan men het denkbeeld van den heer M e ij s onder oogen zien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 108