10
10 JANUARI 1938.
COHEN, P. G. GRUIJS, Mr. E. L. H. M. VAN MIERLO
en A. C. B. VAN ARENDONK.
Afwezig: de heer J. F. A. ELICH.
Voorzitter: de heer B. W. TH. VAN SLOBBE,
burgemeester.
Secretaris: de heer Mr. PH. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER opent de vergadering en houdt de
volgende rede:
Mijne Heeren.
Bij de eerste vergadering, die de Raad in 1938 houdt, stel
ik er prijs op U Gods zegen te wenschen voor het jaar, dat
wij zijn ingetreden. Het moge voorspoedig zijn voor U en
Uwe gezinnen en het moge U in staat stellen krachtig mede
te werken aan vruchtdragenden arbeid in het belang van de
stad.
In het begin van het jaar had het huwelijk plaats tusschen
H.K.H. Prinses Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard.
Dit feit, van veel belang voor het Vorstenhuis en voor
Land en Volk, is op geestdriftige en tevens waardige wijze
door de bevolking van Breda gevierd.
Het ongeval, dat Prins Bernhard eenigen tijd geleden is
overkomen, verwekte aanvankelijk groote ongerustheid. Ge
lukkig mag een volledig herstel van den Prins spoedig wor
den verwacht.
Gedurende het afgeloopen jaar lieten de verhoudingen
tusschen de organen van het Bestuur der gemeente niets te
wenschen over.
In de samenstelling van Uw College kwamen eenige ver
anderingen, doordat de heeren J. J. van Buitenen ep
P. A. Ku ij laars als lid hun ontslag namen. Hunne plaat-