26 APRIL 1938. v 113 bedrag voor 1938 is uitgetrokken en men bedenkt, dat tege lijkertijd een zelfde bedrag door de deelnemers aan de rege ling wordt gespaard, dan moet men toch erkennen, dat het van groot belang is, dat over die bedragen ten behoeve der steuntrekkenden kan worden beschikt. Voor het jaar 1938 wordt gerekend op 875 deelnemers. Kunnen Burgemeester en Wethouders mcdedeelen, welk percentage van het aantal steuntrekkers dit is? Ook zou Spr. gaarne vernemen, of daarop nog stimuleerend wordt gewerkt. Wethouder KROONE antwoordt, dat hij niet zou kunnen opgeven, welk percentage dit van het aantal steuntrekkers is. Spr. kan echter wèl zeggen, dat er weinig steuntrekkenden zijn, die niet aan de spaarregeling deelnemen. Er behoeft niet stimuleerend gewerkt te worden, daar vrijwel al, wat sparen kan, spaart. Het valt alleen te betreuren, dat gezin nen zonder kinderen en gezinnen met één kind uitgesloten zijn van deelneming aan de spaarregeling. Wellicht is in die richting nog wel eens iets te bereiken. Daarop wordt conform het voorstel van Burge meester en Wethouders besloten. 35c. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij ziging van de gemeente-begrooting en van de begrootingen van het Electriciteits-, het Grond-, het Gas-, het Waterlei ding-, het Radiodistributie-, het Woning-, het Veemarkt- en het Slachthuisbedrijf, alle voor het dienstjaar 1937. De heer MABELIS merkt op, dat dit voorstel demon streert, hoe diep Breda in den put zit; de geheele bedrijfs- reserve is thans opgeteerd. Hoewel Spr. begrijpt, dat Bur gemeester en Wethouders daarop niet onmiddellijk antwoord zullen kunnen geven, zou Spr. toch de vraag willen stellen: Hoe stellen Burgemeester en Wethouders zich de verdere ont wikkeling van den toestand voor?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 113