26 APRIL 1938. 115 De VOORZITTER zegt, dat men dit voorstel op de juiste wijze lezen moet. Verbetering van den afvoer van het water en verbetering van de rioleering zijn de voorzieningen, welke feitelijk getroffen zouden moeten worden. Wat thans voor gesteld wordt is eigenlijk een lapmiddel. Kon men op normale wijze te werk gaan, dan zou dit werk geheel anders uitgevoerd worden, doch daarvan kan nu nog geen sprake zijn. Zoo be zien, kan er niets tegen zijn, dit in werkverschaffing uit te voeren. Ten slotte merkt Spr. op, dat de in het voorstel genoemde getallen niet juist zijn; het eindbedrag wordt f 3.650,grooter dan daarin is aangegeven. Met inachtneming van deze wijziging wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 37. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be schikbaarstelling van een crediet voor het doen verdwijnen van buiten gebruik gestelde tramrails, gelegen op het grond gebied dezer gemeente (Bijlagen 1938, no. 70). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 38. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be schikbaarstelling van een crediet voor den bouw eener brug over de Aa of Weerijs bij „Plaswijck" (Bijlagen 1938, no. 72). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 39. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be schikbaarstelling van een crediet voor den aanleg van een centrale verwarmingsinstallatie in het oude gebouw der Am bachtsschool (Bijlagen 1938, no. 76). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 115