26 APRIL 1938. 125
De VOORZITTER antwoordt, dat de Commissie, welke
deze proefneming georganiseerd heeft, zich op het standpunt
heeft gesteld, dat ieder, die eraan wil medewerken, van harte
welkom is.
De heer HEER gelooft, dat het beter was geweest, van
begin af aan een aantal personen uit de vakbeweging in de
Commissie op te nemen.
De VOORZITTER zegt, dat men het beter achtte de Com
missie te doen bestaan uit personen, die eenigszins boven den
politieken strijd staan, maar zooals gezegd thans is
ieder, die aan het welslagen van de proef wil medewerken van
harte welkom.
De heer DE JONG verklaart, aanvankelijk verondersteld
te hebben, dat men de bedoeling had hier iets op te zetten,
waarbij men de vakbeweging als orgaan wilde uitschakelen.
De VOORZITTER spreekt die veronderstelling uitdruk
kelijk tegen.
Den heer DE JONG komt het toch voor, dat, waar de vakbe
weging jarenlang een factor heeft uitgemaakt bij de uitvoe
ring van diverse maatregelen betreffende de werkloosheid,
men haar ook bij den opzet van deze proefneming had be-
hooren te betrekken. Dat sommige werkloozen niet willen
medewerken aan de proef, is voor een groot deel daaraan te
wijten.
Hiermede zijn de besprekingen over deze aange
legenheid geëindigd.
RONDVRAAG.
1. De heer BRANTJES zegt, dat toen verleden jaar Bur
gemeester en Wethouders den Raad verzocht hebben, in het