12 10 JANUARI 1938.
Het gemiddeld aantal steuntrekkenden was over 1937 1165,
dat van de personen op werkverschaffing 54, totaal 1219,
d.i. 123 meer dan over 1936. De stijging van het aantal ge-
steunden is vrijwel bij alle vakgroepen waar te nemen.
Het hoogst aantal steuntrekkenden hieronder de in
werkverschaffing geplaatsten begrepen in één week was
in 1937 1350 tegenover 1218 in 1936; het laagst aantal in
1937 888 tegenover 821 in 1936.
Het gemiddeld aantal in werkverschaffing geplaatsten was
in 1937 28 minder dan in 1936.
Door de werkloozenkassen werd in 1937 ongeveer
f 105.000,uitgekeerd tegen bijna f 116.000,in 1936.
De daarvan ten laste van de gemeente blijvende subsidie
was vrijwel stabiel, ongeveer f 38.000,
Het loonbedrag van de in werkverschaffing geplaatsten
bedroeg in 1937 bijna f 36.000,tegenover ongeveer
f 68.000,— in 1936.
Aan rijkssubsidie werd daarvan terugontvangen in 1937
bijna f 25.000,in 1936 ruim f 43.000,
Aan steun werd verleend, alles inbegrepen, in 1937 bijna
f 649.000,tegenover in 1936 bijna f 585.000,
Hiervan droeg het Rijk bij respectievelijk bijna f 4,57.000,
en f 372.000,—.
Het Burgerlijk Armbestuur bedeelde in 1937 ruim
f 255.000,terwijl nog f 60.000,werd betaald voor kost
gelden van bestedelingen.
Deze cijfers waren in 1936 f 241.000,en f 53.000,
De subsidie van de gemeente aan het Burgerlijk Armbe
stuur bedroeg in 1937 ongeveer f 328.000,in 1936 bijna
f 287.000,—.
De steun, die door middel van de bovenaangegeven orga
nen, in verschillenden vorm, moest worden verleend, bedroeg
in 1937 f 1.105.000,— tegenover f 1.063.000,— in 1936,
hetgeen dus een stijging met f 42.000,beteekent.
De gemeente moest daarvan in 1937 vrijwel hetzelfde be
drag als in 1936 loopende tegen de f 600.000,voor
haar rekening nemen.