10 JUNI 1938. 141 Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 11. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter goedkeuring aanbiedende de rekening van de Stichting „Oude-Mannenhuis" over het jaar 1937. De VOORZITTER geeft in overweging, deze rekening te stellen in handen van een commissie van drie leden ter fine van onderzoek en rapport. Hiertoe besloten zijnde en op verzoek van den Raad, dat de Voorzitter die commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig be noemd de heeren De Jong, Kooijman en L a u r e ij. 12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om de aanslagen in de aanlegbelasting van C h r. de Jong en C. Bastiaansen over het dienstjaar 1937 van het des betreffende kohier af te voeren (Bijlagen 1938, no. 93). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt daartoe besloten. De VOORZITTER herinnert er aan, dat het prae-advies, voorkomende onder punt 13 der agenda, in de vorige ver gadering is aangehouden op verzoek van den heer Van Keep; thans zou Spr. in overweging willen geven, de behandeling van dit prae-advies andermaal aan te houden, omdat de Burgemeester, onder wien de aangelegenheden, Openbare Werken betreffende, ressorteeren, niet aanwezig is en er 30 Juni a.s. toch weder een bijeenkomst van den Raad zal plaats hebben. Daarop wordt besloten, de behandeling van punt 13 der agenda tot een volgende vergadering aan te houden. O I I"

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 141