- 10 JUNI 1938. 149 heeft, waarvan een ruim gebruik gemaakt wordt. Hij is ervan overtuigd, dat een behoorlijke algemeene begraafplaats voor Breda met haar sterk gemengde bevolking, in een behoefte zal voorzien. In het ontwerp-schrijven aan H.M. de Koningin komen vol gens Spr. cenige onvolledigheden voor. In dat schrijven staat o.a. dat de algemeene begraafplaats is gelegen ten Zuiden van den rijksweg van Breda naar Tilburg. Hieraan behoort te worden toegevoegd, dat een mulle zandweg van 1 K.M. lengte toegang geeft tot die begraafplaats en dat men daar 's winters in de modder wegzakt, zoodat er geen sprake is van een behoorlijken toegangsweg. Ook kan het zijn nut hebben eenige foto's van de algemeene begraafplaats erbij te zenden. Uit een en ander kan men dan in Den Haag zelf de conclusie wel trekken, waarom er slechts 3 lijken begraven liggen. Ook de zinsnede: „deze bijzondere begraafplaatsen voldoen ruimschoots aan de bestaande behoefte" is niet juist, wat betreft het gedeelte „ongewijde aarde". Zeer juist is daaren tegen de opmerking: „Het hebben dezer algemeene begraaf plaats heeft voor de gemeente Breda nimmer meer betee- „kend dan de voldoening aan een bij de wet opgelegde ver plichting"; zoowel bij den aanleg als bij het onderhoud is van deze stelling uitgegaan. Ten slotte staat er in dit schrijven nergens, dat het niet de bedoeling is, tijdelijke ontheffing te krijgen. Wanneer wij, zegt Spr., voor oogen houden, dat wij het algemeen belang willen dienen, dan is het een vereischte, dat dit voorstel worde inge trokken en alsnog wordt besloten tot het aanleggen van een behoorlijke algemeene begraafplaats. Desnoods ware met het bestuur van de Protestantsche begraafplaats in overleg te treden over afstand van een deel dier begraafplaats aan de Gemeente en over de mogelijkheid om aan het personeel het onderhoud van de nieuwe algemeene begraafplaats op te dragen, maar waarbij de Gemeente het beheer erover voert.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 149