10 JUNI 1938. De heer VAN DER VEN gelooft, dat hij in de toekomst, evenals ten opzichte van het éénrichtingsverkeer op den Haagdijk is geschied, in het gelijk zal worden gesteld. Als het kalf dan maar niet verdronken is, zegt Spr. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Van der Ven toch ook geen garantie zal kunnen geven, dat er geen ongelukken zullen gebeuren, als men het verkeer zoo regelt als hij wenscht. Vervolgens deelt Spr. mede, dat de bebouwingsvoorschrif ten, behoorende bij het uitbreidingsplan der Gemeente, in een vergadering van de Bouwcommissie zijn besproken en dat deze zich met die voorschriften accoord verklaard heeft. De heer VAN KEEP komt daartegen op; volgens hem is die zaak nog niet afgedaan; de Bouwcommissie verwacht nog stukken daaromtrent. De VOORZITTER zegt, dat hem van bevoegde zijde is medegedeeld, dat de zaak, althans voorloopig, afgedaan is. Wethouder KROONE doet daarop eenige mededeelingen omtrent de spaarregeling. De inzameling van gelden ten bate van het Kleeding-, Schoeisel- en Dekkingfonds, gehouden in November 1937, bracht 3257,71 op, welk bedrag is aangewend voor een tweetal extra-uitkeeringen aan deelnemers aan de spaar regeling. Bij de eerste uitkeering werden uitgegeven: 600 bonnen a 1,80 Bij een tweede uitkeering werd bij een aantal 1080,— spaarders van 756 gerekend op: 576 bonnen a 2,75 585,en 180 bonnen a 3,25 ƒ1584, 2169,- 3249,-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 159