16 10 JANUARI 1938. Ook oefent het feit, dat de stad, tengevolge van de uit breiding der randgemeenten tot tegen de bebouwde kom van jBreda aan, zich hoogere lasten dan anders noodzakelijk zouden zijn ziet opgelegd, een nadeeligen invloed uit. Breda dient er naar te streven, zoo spoedig mogelijk de financiën weder geheel in bedwang te krijgen. Wij zijn daarbij afhankelijk van twee omstandigheden. De uitgaven voor steun moeten verminderen, de middelen meer opbrengen. Deze omstandigheden zijn afhankelijk van den economischen toestand, waarvan de ontwikkeling voor het grootste ge deelte buiten ons om gaat. Wij kunnen op dien toestand inwerken door werkverrui ming, waarvoor echter het behoeft geen betoog slechts nu of in de toekomst nut afwerpende objecten mogen wor den gekozen, willen wij niet het nageslacht op onverant woordelijke wijze onze moeilijkheden op den hals schuiven. Voor 1938 komen voor uitvoering in aanmerking werken tot gedeeltelijke uitvoering van de doorbraak voor ongeveer f 170.000,tot ontsluiting van nieuwe wijken ongeveer f 160.000,tot verbetering van den Reinigingsdienst voor ongeveer f 70.000,en tot andere doeleinden naar voor- loopige schatting voor f 30.000, Wij kunnen den gedwongen lediggang van een zij het ook klein deel der bevolking tegengaan door het doen uitvoeren van werken in werkverschaffing. Hiervoor kunnen in aanmerking komen het uitbaggeren der singels en voor een groot deel den aanleg van de sport terreinen in den Noordrand van Boeimeer en het verbeteren van de zweminrichting aldaar. Voorstellen hiertoe zullen U binnenkort bereiken. Het blijft moeilijk geschikte objecten voor werkverschaffing te vinden, daar de grenzen der stad te eng zijn. Ten einde werkgelegenheid voor Bredanaars te verkrijgen, is er daarom bij de bevoegde 'instanties op aangedrongen de werken, die voor verbeterde afwatering van de Mark noodig worden geoordeeld, zoo spoedig mogelijk ter hand te nemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 16