10 JANUARI 1938. J 17
In beginsel heeft het Rijk er in toegestemd een weg, die
na het tot stand komen van den grooten weg Moerdijk-de
Roskam (Zuid. van Princenhage) van Breda, ten behoeve
van de verbinding met Rotterdam, rechtstreeks naar dien
grooten weg za! leiden, gedeeltelijk voor zijn rekening te
nemen, gedeeltelijk te subsidieeren. Aan het Provinciaal Be
stuur is eveneens een subsidie gevraagd. Intusschen worden
de plannen voor den weg nader uitgewerkt.
Zoodra zekerheid is verkregen, kunnen voorstellen tot het
uitvoeren van het gedeelte van het werk, op het grondgebied
van de stad gelegen, worden aanhangig gemaakt.
Het wegenplan, dat het Rijk om Breda in uitvoering neemt,
is zeer zeker niet in alle opzichten gunstig voor de stad. De
hierboven bedoelde verbindingsweg zal een gedeelte der
nadeelen kunnen opheffen.
Ten aanzien van één middel van bestaan is het afgeloopen
jaar niet ongunstig geweest.
De totstandkoming van de Moerclijkbrug is gebleken van
waarde te zijn voor Breda.
Het bezoek van bewoners der streken, Noord van de groote
rivieren, aan deze stad is aanzienlijk toegenomen.
De activiteit van de Vereeniging tot bevordering van het
Vreemdelingenverkeer „Breda Vooruit" heeft er eveneens
krachtig toe bijgedragen toeristen naar onze stad te trekken.
Hiervan heeft een gedeelte van den middenstand ongetwijfeld
voordeel gehad.
Breda heeft dit jaar weer bezoekers van congressen cn jaar
vergaderingen mogen herbergen. Het laat zich aanzien, dat
de geschiktheid van de stad voor dergelijke bijeenkomsten
meer en meer wordt ingezien.
De wenschelijkheid nieuwe industriën naar de gemeente
te trekken heeft geleid tot het opnemen van contact met het
Economisch Technologisch Instituut te Tilburg.
Om verschillende redenen, waarvan er enkele als vanzelf
in mijn uiteenzettingen tot uiting kwamen, is het voor de
ontwikkeling van Breda beslist noodzakelijk, dat de grenzen