(J/lA
30 JUNI 1938. 179
king behooren te komen. Het Boeimeer-terrein kan altijd
later nog van werktuigen worden voorzien.
De heer KAMPHUIS vraagt, wanneer de speelterreinen
gereed kunnen zijn. Spr. zou namelijk gaarne zien, dat zij
nog in Augustus a.s. gereed waren met het oog op de groote
vacantie.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit wel in de bedoeling
ligt, als het eenigszins mogelijk is. Het is namelijk beter om
dergelijke zaken regelmatig op de begrooting te brengen dan
zoo maar tusschentijds; in het laatste geval krijgt men geen
goed overzicht over uitgaven en middelen. Daarbij komt,
dat, wanneer de Gemeente hulpbehoevend wordt, dergelijke
zaken naar den Kapitaaldienst worden overgebracht.
Daarom moeten Burgemeester en Wethouders de zaak nog
bezien, opdat de Gemeente zich geen financieelen strop om
den hals hale.
De heer VAN DER VEN vraagt, hoe het toezicht op
de speelterreinen zal worden geregeld. Spr. vreest, dat bij
de jeugdorganisaties weinig ambitie zal blijken te bestaan
voor het houden van toezicht, als daarvoor geen vergoeding
wordt gegeven.
De VOORZITTER antwoordt, dat verschillende jeugd
organisaties zich bereid hebben verklaard, toezicht uit te
oefenen; ook van de zijde van het E.K. Huis zijn daaromtrent
toezeggingen gedaan.
De heer VAN DER VEN merkt nog op, dat men zonder
behoorlijk toezicht niet aan de exploitatie van kinderspeel
plaatsen behoeft te beginnen.
De VOORZITTER zegt, dat men dit plan onder die
restrictie zal doen uitvoeren.