u
182 30 JUNI 1938.
De heer ELICH heeft zich hierbij afgevraagd, of het niet
voorbarig is, deze plannen te doen maken zoolang nog niet
vaststaat, hoe de aan te leggen wegen zullen loopen.
De VOORZITTER antwoordt, dat men de voetgangers
tunnels zelfs geheel onafhankelijk van den wegen-aanleg zou
kunnen maken, al was het alleen maar voor het gemak van
de bewoners enz. der industrie-wijken.
De heer ELICH geeft dit toe voor zoover het de tunnel aan
den Belcrumweg betreft, maar hij kan zich niet voorstellen,
dat men de tunnel aan de Markkade zou kunnen maken ter
wijl de weg-aanleg aan die zijde nog niet vastligt.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders
de toezegging hebben, dat de verbindingsweg naar Beek
daar komt.
De heer ELICH zegt, dat men nu toch nog niet kan we
ten, hoe de ligging van de tunnel moet zijn ten opzichte
van de snijding van den nieuwen weg. Als men 3°/o van het
totaal-bedrag der bouwkosten voor het maken van de plan
nen uitgeeft, dan behooren deze toch definitief te zijn. Zou
men ze eerst over een jaar of drie kunnen uitvoeren, dan
kan men ze beter nog niet laten maken, anders loopt men
de kans, dat er dan weer nieuwe plannen moeten worden
gemaakt. In elk geval dient men ermede te wachten tot de
ligging van den weg bekend is.
De VOORZITTER deelt mede, dat de plannen vóór
September a.s. gereed zullen zijn. Met de uitvoering van den
tunnelbouw kan dan direct begonnen worden. Wat de via
duct betreft, weet men met voldoende zekerheid, waar het
beginpunt zal zijn.
De heer ELICH verklaart, er niets tegen te hebben, mits
de plannen direct uitgevoerd kunnen worden. Hij heeft zijn