Lca 30 JUNI 1938 RONDVRAAG. 1. De heer KOOIJMAN brengt het College van Burge meester en Wethouders dank voor het spoedig ingrijpen in den Belrumpolder, waar een geweldige stofplaag heerschte. Er is nu op den hoek van de Vinkstraat en de Koekoek straat een bord geplaatst met het opschrift „Verboden speelterrein". Nu denken de kinderen daardoor, dat het spelen op alle de daar gelegen terreinen verboden is. Dit nu is niet Spr.'s bedoeling geweest; hij wilde alleen een ein de zien gemaakt aan het spelen op het terrein, gelegen tusschen de Leeuwerikstraat, de Polderstraat, de Vink straat en de Koekoekstraat. Ten einde duidelijk te doen uit komen, dat alleen het spelen op dat terrein verboden is, verzoekt Spr., ook op de andere drie hoeken van het terrein borden te doen plaatsen. Ook zou hij gaarne zien, dat het terrein wat geëgaliseerd werd; dit zal volgens Spr. zooveel niet kosten. De VOORZITTER zegt, dat een en ander zal worden nagegaan. 2. De heer BROOS zegt, dat de aanbesteding van den bouw van de bijzondere lagere school in den Belcrumpolder een maand geleden heeft plaats gehad. Naar aanleiding hiervan vraagt Spr., of de zaak nog vóór September a.s. in orde kan komen. Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat een eerste ver- eischte is om een werk als dit snel te voltooien, dat men tijdig overleg pleegt met Burgemeester en Wethouders; dit heeft te wenschen overgelaten. Met verbouwingen van andere scholen, welke zeker niet eerder aan de orde zijn gekomen dan de school in den Belcrumpolder, is men reeds bezig. 1/

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 187