I
rU,
r
V
De heer MEIJVIS kan dan niet begrijpen, waarom men die
gracht nog schoon gaat maken.
Wethouder VAN DER WERF zegt, dat het noodig is,
eerst de modder uit de gracht te halen; daarna wordt zij
dichtgegooid.
De heer BROOS vraagt, of al is vastgesteld, hoe de nieu
we weg naar Beek zal loopen; komt hij op den Tramsingel
uit?
De VOORZITTER verklaart, zich hierover niet te kun
nen uitlaten met het oog op de onderhandelingen, welke
gevoerd moeten worden over de overdracht van de voor den
weg-aanleg benoodigde gronden.
De heer VAN KEEP vraagt, of de geraamde bedragen voor
tunnel- en viaductbouw beslist niet hooger zullen komen.
De VOORZITTER antwoordt, dat het globale bedragen
zijn. De technici van de Ned. Spoorwegen zijn het even
wel met de cijfers voor den bouw der tunnels eens.
Spr. beëindigt deze bespreking met de toezegging, dat van
het hier gesprokene een résumé opgemaakt zal worden, het
welk den leden van den Raad zal worden toegezonden bij
de ontwerp-notulen van de raadsvergadering van dezen
avond.