2 JULI 1933. 209 De heer STRUIKEN vraagt, of hiermede gepaard gaat een openstelling van het park voor het publiek; er staan nu nog steeds bordjes met de woorden „Verboden toegang". De VOORZITTER zegt, dat uiteindelijk de reden van het verbod hierin is gelegen, dat men het publiek een mooi park wil aanbieden. Zoolang daar gewerkt wordt en er dien tengevolge materiaal ligt als schoppen, kruiwagens, steenen en zoo meer, is het beter, het park af te sluiten voor de jeugd. Daarom wordt nog even met de openstelling gewacht; mis schien kan na een paar weken daartoe worden overgegaan. De heer STRUIKEN vraagt nog, of er banken in het park zullen worden geplaatst. De VOORZITTER zegt, dat in den z.g. Engelschen tuin banken zullen worden geplaatst. De heer GRUIJS merkt op, dat er geen schoppen en krui wagens, doch nog wel wat steenen in het park liggen. De jeugd profiteert ervan door een en ander weg te sjouwen, zoodat er ook nu toezicht noodig is. Ook staan er nog enkele notcnboomen, welke door de jeugd vernield worden. Spr. vraagt, of de politie daar niet per rijwiel kan surveil- leeren. De VOORZITTER antwoordt, dat er wel wat politietoe zicht kan worden gehouden. De heer iMABELIS was eens naar het park gegaan omdat hij zeer belangstellend was naar hetgeen daar werd gereed gemaakt; hij stuitte evenwel overal op bordjes met de woorden „Verboden toegang". Niettegenstaande deze bordjes zag hij heele gezelschappen zich in het park bewegen. De VOORZITTER zegt, dat in de practijk ieder, die zich fatsoenlijk gedraagt, in het park wordt toegelaten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 209