Qju 216^ 29 JULI 1938. delen met de bedoeling der bijslagregeling. Door het ver strekken van waarde-bons zal dit bezwaar grootendeels on dervangen worden. Ook de tevredenheid zal grooter zijn en de moeilijkheden zullen verdwijnen. De VOORZITTER is van meening, dat men zich van het geen de heer Broos aanvoert met betrekking tot den toestand in Tilburg niet veel moet aantrekken. Men kan in deze geen uniforme regeling treffen; dit zou het Rijk moeten doen. Wat de zaak zelve betreft, deelt Spr. mede, dat het hoofd motief voor de houding van Burgemeester en Wethouders niet is geweest het voordeel voor de Gemeente, aan cokes verstrekking verbonden, maar het belang van de werkloo- zen zelf; men weet nu zeker dat zij op deze wijze brandstof krijgen; wordt de toeslag in geld uitgekeerd, dan is men daar niet van overtuigd. Bovendien wordt de cokes door de Gas fabriek tegen een belangrijk lageren prijs verstrekt dan waarvoor zij ze in de stad kunnen koopen. De bezwaren, welke aan de huidige regeling zijn verbonden, zijn wel te ondervangen; belanghebbenden krijgen eerder te veel dan te weinig, wanneer ze tijdelijk uitgeschakeld zijn geweest. De heer BROOS gelooft wel, dat de menschen genoeg cokes krijgen, maar er wordt geweldig geklaagd over de nadeelen, aan het gebruik van cokes verbonden. Men is zeer zeker niet verplicht het voorbeeld van Tilburg te volgen, maar het is een feit, dat daar nooit een klacht wordt gehoord. De menschen krijgen daar waarde-bons en kunnen dus het geld ook niet verbrassen. Spr. zou het liefste zien, dat Bur gemeester en Wethouders hun meening wijzigden en zijn voorstel overnamen. De VOORZITTER geeft toe, dat het verstrekken van waarde-bons den verkoop eenigszins belemmert; men ver koopt die bons minder gemakkelijk dan de kolen zelf. De hoofdzaak is echter, dat de menschen brandstof krijgen; men

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 216