29 JULI 1938. S 223
De heer LOONEN zegt, dat de Wethouder toch niet kan
meenen, dat een vuilnisemmer bij aankoop 6,zal kosten.
Spr. blijft bij zijn meening, dat het voor het publiek voor-
deeliger zal zijn, de emmers zelf te koopen. Hij verzoekt het
College dit te doen nagaan.
De heer MABELIS sluit zich aan bij de woorden van den
heer Kamphuis. Het verwondert Spr. ten zeerste, dat
tegen dit voorstel zoo geargumenteerd wordt. Toen Spr.
zeven jaar geleden lid van de Reinigingseommissie werd, lag
er reeds een plan gereed voor de invoering van uniforme
vuilnisemmers. Iedereen zal het er mede eens zijn, dat de
tegenwoordige toestand niet hygiënisch is. Natuurlijk is dit
voorstel niet volmaakt; het is daarom niet moeilijk
er aanmerkingen op te maken. Ook in de Reinigings
eommissie is het lang en breed besproken en is
overwogen, of het anders kon. Men kwam evenwel
tot de conclusie, dat dit de beste oplossing was.
Voor de meest betalende categorie komt het neer op
een last van slechts 1 cent per week, terwijl een groote ca
tegorie vrijgesteld is van betaling. Hoe wil men nu een re
geling maken, die allen bevredigt? De voorgestelde regeling
is goed; zij biedt vele voordeelcn, terwijl de lasten van zóó
geringen omvang zijn, dat Spr. den Raad gerust durft aan
raden haar aan te nemen.
De heer BRANTJES gelooft wei, dat het voor velen niet
zoo bezwaarlijk zal zijn 60 cent per jaar te betalen, maar
waarom moeten die menschen hun vuilnisemmer driemaal
betalen, terwijl anderen niets behoeven te geven? Waarom
niet allemaal evenveel? Er is een heel goede regeling te
maken, waarbij de emmers gratis in gebruik worden gegeven,
hetgeen mogelijk is door bezuiniging op personeel; de kos
ten kunnen dan volkomen gedekt worden.
De heer SPOELDER vraagt, of de Nederlandsche industrie
in aanmerking komt voor de levering van de vuilnisemmers