p.- U 29 JULI 1938. 229 Internationale Vredes-Campagne te doen blijken. In dezen benarden tijd is iedere uiting van den wil tot vrede van be lang. Het lijkt Spr. daarom wèl van belang, dat de Raad van Breda adhaesie betuigt aan dit tot H.M. de Koningin gericht verzoek. Spr. verzoekt daarom aan Burgemeester en Wethou ders, hun prae-advies terug te nemen. De heer DE JONG is er van overtuigd, dat H.M. de Ko ningin de vredelievende gevoelens van haar volk wel kent. Dit zal het Comité, dat het initiatief tot deze actie heeft ge nomen, ook wel weten. Maar dit initiatief heeft steun noodig en daarom is het gewenscht, dat de Raad daaraan adhaesie betuigt; niet om zijn gevoelens ten opzichte van den vrede tot uiting te brengen. De burgerij toch wordt door den gemeen teraad vertegenwoordigd; daarom is dit college juist het meest aangewezen lichaam daarvoor. Het komt Spr.'s fractie derhalve wenschelijk voor, dat de gemeenteraden dit initia tief zoo krachtig mogelijk ondersteunen. De heer MABELIS zegt, dat niemand zal ontkennen, dat een actie voor vrede steun verdient, maar al hetgeen hier ge zegd is, raakt de kern van de zaak niet; het gaat hier om het bijeenroepen van een vredesconferentie. De Raad nu is niet het lichaam om te beoordeelen, of het daarvoor thans het juiste oogenblik is. Spr. is ervan overtuigd, dat Koningin, Regeering en Volksvertegenwoordiging het goede moment voor het bijeenroepen van een zoodanige conferentie niet zullen laten voorbijgaan. De heer STRUIKEN is het volkomen eens met den heer M a b e 1 i s, dat deze actie niet ligt op het terrein van den Raad; zij betreft het buitenlandsch beleid. De VOORZITTER kan zich volkomen vereenigen met de zienswijze van de heeren Mabelis en Struiken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 229