M
O
29 JULI 1938.
231
de leden van den Raad zijn daarbij niet uitgenoodigd. Indien
mogelijk, is het beter den Raad in te schakelen bij het nemen
van dergelijke proeven; men voorkomt daardoor vragen als
van den heer Brantjes in de raadsvergadering.
De VOORZITTER zegt, dat men bij een dergelijke proef
neming den Raad beter niet kan uitnoodigen, gedachtig aan
het spreekwoord: Zooveel hoofden, zooveel zinnen. Er zijn
nu vier deskundigen bij de proefneming tegenwoordig ge
weest; men kan de beslissing veilig aan hen overlaten.
De heer MABELIS merkt nog op, dat het niet zijn be
doeling was, den Raad bij de proefneming tegenwoordig te
doen zijn om critiek uit te oefenen, doch om zich op de
hoogte te stellen.
De VOORZITTER deelt mede, dat de gelegenheid zich
daartoe in September a.s. voordoet; er wordt dan een groote
luchtbeschermings-oefening te dezer stede gehouden.
Zonder verdere bedenkingen wordt daarop con
form het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders besloten.
De VOORZITTER wil nu nog enkele mededeelingen doen
omtrent zaken, waarover bij de behandeling der begrooting
voor 1938 vragen zijn gesteld. Spr. deelt daarop puntsgewijze
het volgende mede:
1. Verzoek om bij de Vereeniging van Nederlandsche Ge
meenten aan te dringen op activiteit ten aanzien van
wijziging der financieele verhouding tusschen Rijk en
gemeenten.
Aan dit verzoek is voldaan.
2. Verzoek om het rapport van het Economisch Technolo
gisch Instituut ie Tilburg aan den Raad over te leggen.