\J
238
6 SEPTEMBER 1938.
De VOORZITTER opent de vergadering en verklaart deze
bijeenkomst een kwartier vóór de officieele raadsvergadering
ter herdenking van het veertig-jarig Regeeringsjubileum van
H.M. de Koningin belegd te hebben voor de behandeling van
een voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot beschik
baarstelling van een crediet in verband met het doen bijwo
nen van voorstellingen van de Nationale Film „Veertig
jaren" door schoolkinderen. Spr. vraagt, of iemand der leden
hiertegen eenige bedenking heeft.
De heer DE JONG zegt, dat het voorstel ongetwijfeld zijn
instemming heeft. Het heeft hem evenwel ten zeerste be
vreemd, dat, waar de schoolgaande kinderen van het l.o.
en u.l.o. erin betrokken zijn, de leerlingen van de m.u.l.o. en
nijverheidsscholen niet in de gelegenheid worden gesteld de
filmvoorstellingen bij te wonen, terwijl dit toch voor hen in
meerdere mate van belang moet worden geacht. Weliswaar
zal het de kosten verhoogen, doch Spr. geeft toch in overwe
ging, ook die leerlingen erin te betrekken. Mocht zulks voor
de Gemeente uit een financieel oogpunt te bezwaarlijk wor
den, dan ware wellicht de exploitant van het theater, waar
de film wordt vertoond, te overreden om hen tegen geredu
ceerd tarief toe te laten.
Voorts zou Spr. willen vragen, of, in verband met de hier
te lande voorkomende gevallen van kinderverlamming, ten
deze overleg is gepleegd met den Inspecteur van de Volks
gezondheid. Het lijkt Spr. namelijk niet ongevaarlijk, onder
die omstandigheden zooveel kinderen in een besloten ruimte
bij elkander te brengen. Men dient alle mogelijke voorzorgs
maatregelen te nemen, ten einde uitbreiding dier gevreesde
ziekte te voorkomen. Mocht de Inspecteur niet geraadpleegd
zijn, dan dringt Spr. er op aan, dat zulks alsnog geschiede
De VOORZITTER deelt mede, dat men de gelegenheid om
de filmvoorstellingen bij te wonen alleen voor de leerlingen