Vaa 272 22 SEPTEMBER 1938. ieder duidelijk zijn, dat een onbevoegde daar niet zwemmen mag. De heer BRANTJES merkt op, dat het toezicht nu ook goed is; er is toezicht zoowel bij de kleedhokjes als bij de loopbrug. Gaat men nu het eene afschaffen, dan blijft er al leen toezicht bij de loopbrug over. Men kan dus niet zeg gen, dat het er op verbeteren zal. De VOORZITTER zegt, dat men dan met het zelfde toe zicht beter waken kan tegen onvoorzichtigheden. Vervolgens vraagt Spr. den heer B r a n t j e s of hij een voorstel wenscht te doen tot het niet-maken van de afscheiding. De heer BRANTJES antwoordt bevestigend. De heer LOONEN vraagt, of de afscheiding zoodanig wordt gemaakt, dat men er niet gemakkelijk onderdoor kan. De VOORZITTER bevestigt zulks. Vervolgens vraagt Spr., of het voorstel van den heer Brantjes voldoende ondersteund wordt. Dit niet het geval zijnde, kan het geen onder werp van behandeling uitmaken. Elet voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot om bouw van de versterkers der gemeentelijke radio-centrale (Bijlagen 1938, no. 195). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 272