I AA
\j
ui1'
274 /V" 22 SEPTEMBER 1938.
toelage komt te vervallen, doch dat het bedrag dier toelage
bij het salaris wordt gevoegd.
De heer BRANTJES verklaart, hiermede accoord te kun
nen gaan.
Zonder verdere bedenkingen wordt daarop
conform het aldus gewijzigde voorstel van Burge
meester en Wethouders besloten.
38. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast
stelling van een verordening op de heffing eener hondenbe
lasting (Bijlagen 1938, no. 174).
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig
besloten.
39. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij
ziging van de verordening ex artikel 4 der Hinderwet (Bij
lagen 1938, no. 179).
De heer VAN HOUTEN heeft uit dit voorstel den indruk
gekregen, dat men de bedrijven in kwestie wil gaan camou-
fleeren. Wanneer men zooals de wet voorschrijft re
kening moet houden met de belangen der openbare orde,
veiligheid en gezondheid, is het dan verantwoord lompen
inrichtingen te gaan oprichten op perceelen nabij de Lange
Gampelstraat en de Kolfbaanstraat, waar deze inrichtingen
heelemaal ingebouwd zullen zijn? Eenige jaren geleden is er
een verordening gemaakt, waarbij alle dergelijke inrichtingen
naar het Kadijkje werden verwezen. Aan de inrichtingen,
welke bij de Lunetstraat gevestigd waren, is toen uitstel ver
leend. Spr. is van meening, dat de houders van die inrichtin
gen, die op hooge lasten zitten, broodeloos gemaakt zullen
worden, indien men vasthoudt aan den eisch tot verplaatsing,
tenzij zij worden tegemoetgekomen. Daarom zou Spr. willen