22 SEPTEMBER 1938. 277 den hem mondjesmaat door den Gemeente-Ontvanger zul len worden verstrekt. De heer VAN DER VEN vraagt, waarom het maximum salaris van deze nieuwe klerken 2e klasse 2100,zal be dragen, terwijl de klerken 2e klasse bij Openbare Werken cn bij de Lichtbedrijven slechts een maximum-wedde van 1900,kunnen bereiken. Bij andere diensten, zooals den Gem. Geneeskundigen Dienst, is zelfs alleen maar een klerk verbonden. Spr. vraagt in verband hiermede, of de werk zaamheden aan den nieuwen dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon zoozeer zijn uitgebreid. Wethouder KROONE antwoordt, dat bij het vaststellen van de huidige salarisregeling de uniformiteit in de salarissen van gelijknamige functies juist is losgelaten, zoodat iedere tak van dienst of bedrijf zijn eigen regeling heeft gekregen en wel omdat dan de waardeering der verschillende functies beter tot haar recht kan komen. Bij het bepalen van de salarisgrenzen van deze functionarissen zijn Burgemeester en Wethouders tot de conclusie gekomen, dat zij hooger gesalarieerd verdienden te worden dan de klerken 2e klasse bij Openbare Werken en de Bedrijven. Men moet hierbij in aanmerking nemen, dat deze nieuwe klerken 2e klasse chef van een afdeeling zijn. Men behoort deze zaken los van el kaar te bezien. Mocht men van meening zijn, dat de klerken 2e klasse bij Openbare Werken of de Bedrijven te laag ge salarieerd zijn, dan moet dat afzonderlijk bekeken worden. De heer VAN DER VEN heeft zoo juist gehoord, dat door de handen van een der nieuwe klerken 2e klasse een millioen zal gaan. Het lijkt hem toe, dat een zoodanige ver antwoordelijke functie te laag gesalarieerd wordt. Waarom stelt men hem niet aan tot klerk le klasse? De VOORZITTER antwoordt, dat bedoelde klerk niet verantwoordelijk is voor de besteding der gelden; daarvoor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 277