1 282 22 SEPTEMBER 1938. RONDVRAAG: 1. De heer BRANTJES zegt, dat er iets eigenaardigs is gebeurd. Een van de plaatselijke bladen heeft de onbeschei denheid begaan een kaart af te drukken, waarop de door Breda bij den Minister ingediende grenswijzigings plannen waren aangegeven. Hieraan is natuurlijk niets te doen, maar daarna is de redactie van het blad in kwestie om nadere inlichtingen bij Burgemeester en Wethouders gekomen en dezen hebben die inlichtingen verstrekt. Had den zij ze geweigerd, dan was de zaak hiermede afgedaan geweest; wanneer zij evenwel dergelijke inlichtingen ver strekken aan de pers, dan heeft de Raad er toch zeker wel recht op, wat van de plannen te weten. De VOORZITTER antwoordt, dat er inderdaad een on bescheidenheid is begaan, doch niet van den kant van het Bredasche Gemeentehuis, biet omtrent de grenswijzigings plannen gepubliceerde raakte kant nog wal. Een lid van de redactie is toen bij een lid van het College van Burgemeester en Wethouders geweest en deze heeft inderdaad inlichtin gen verstrekt, doch zeer in het algemeen, zoodat daaruit niets bepaalds op te maken viel. Er zijn verschillende plan nen in bespreking geweest bij het overleg met den Commis saris van de Koningin, de Gedeputeerde Staten en den betrokken Minister. In den brief aan den Minister is een voorloopig plan uitgestippeld. Gaat Zijne Excellentie hierop in, dan zal de Raad volledig ingelicht worden over het ont- werp-officieele plan. Een inlichting van een secretarie-amb tenaar van een der buitengemeenten heeft aanleiding gege ven tot de publicatie in de courant; in hetgeen gepubliceerd is, was echter alles door elkaar gegooid. De heer BRANTJES merkt op, dat de publicatie toch maar aanleiding heeft gegeven tot besprekingen in de buiten gemeenten en naar aanleiding daarvan zijn toen door Bur-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 282