22 SEPTEMBER 1938. 283
gemeester en Wethouders inlichtingen gegeten aan de
courant.
De VOORZITTER: Dat wil zeggen: er is alleen medege
deeld, dat hetgeen gepubliceerd werd, onjuist was. Burge
meester en Wethouders hebben gemeend, dit te moeten
tegenspreken. Inlichtingen over de zaak zelve konden zij
niet geven om de doodeenvoudige reden, dat er op het
oogenblik geen vast omlijnd plan is.
De heer BRANTJES blijft er bij, dat het beter was ge
weest heelemaal geen inlichtingen aan de pers te verstrekken.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders
het noodig vonden dit fantastische bericht tegen te spreken.
Uit die tegenspraak heeft de pers echter niet den indruk
kunnen krijgen, dat zij nu wist, hoe het wèl zou worden.
Als Burgemeester en Wethouders weten, hoe de Minister
erover denkt, dan zullen zij ongetwijfeld den Raad op de
hoogte brengen.
2. De heer HEER vestigt er de aandacht op, dat vanmid
dag in de vergadering van den Raad van Ginneken een
voorstel is aangenomen tot verlaging van den waterprijs,
behalve in het concessiegebied. Spr. vraagt, of hierin geen
reden is gelegen om te trachten ook voor het concessiege
bied verlaging te krijgen.
Vervolgens zegt Spr., dat bij den zwaren brand, welke in
de Teolin-fabriek gewoed heeft, is gebleken, dat er op de
buizen der Ginnekensche waterleiding een te geringe druk
stond. De fei<**h*idijliu pard^juuftf de schuld daarvan aan
Breda; dit zou er voor hebben moeten zorgen, dat de buizen
eerder veranderd waren geworden. Spr. vraagt, of Burge
meester en Wethouders ook daarover niet in overleg zouden
willen treden met Ginneken.
I rot*,
£*X<. J1*** yj*4 —j/