3 NOVEMBER 1938. 299 tractaties, voor het geven van lessen in Latijn enz. die, naar het oordeel van het betrokken Departement, daarbij niet thuis behoorden. De Minister heeft daarop aanmerking gemaakt en medegedeeld, dat het niet aanging, te subsidiee ren, hetgeen niet gesubsidieerd mocht worden. Burgemeester en Wethouders waren het daarmede eens. Er heeft daarop een bespreking met den Minister plaats gehad, waarvan het resultaat is geweest, dat bij de berekening van het exploitatie tekort slechts die uitgaven in rekening zullen worden ge bracht, die bij gemeentelijke instellingen als normaal worden aangemerkt. Burgemeester en Wethouders zullen dit met het Bestuur van het Lyceum nagaan en voortaan het tekort vast stellen. Bekeken wordt, wat het Gymnasium en de R.H.B.S. uitgeven. De heer MEIJS blijft bij zijn meening, dat niet kan worden volstaan met een dusdanige interpretatie aan het subsidie besluit te geven; dit gaat te ver. Spr. acht het noodig, dat de Raad daartoe het subsidie-besluit wijzigt. Hij zou daarom gaarne zien, dat het verschil tusschen de tot dusver gevolgde en de nieuwe methode alsnog in een voorstel aan den Raad tot uitdrukking werd gebracht, opdat deze dan een beslis sing kan nemen. De heer GRUIJS vindt hetgeen de heer M e ij s wil niet noodig; bij de vaststelling van het subsidie kan immers toch worden gegaan tot een maximum van 9000,—. De VOORZITTER is van meening, dat bij de in de toe komst te volgen gedragslijn een juiste opvatting wordt ge huldigd van het begrip exploitatie-rekening. Moeilijkheden zullen zich bij de nieuwe werkwijze niet voordoen, daar de zaak in overleg met het Lyceumbestuur wordt geregeld. Ten slotte vraagt Spr., of het voorstel van den heer M e ij s wordt ondersteund.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 299