302 AJ\j 3 NOVEMBER 1938. te verleenen. Het verzoek van het schoolbestuur, hetwelk formeel is gegrond op het bepaalde in artikel 72 der L.O.-wet, is niet voor inwilliging vatbaar. Het schoolbestuur wenscht volgens den Inspecteur van het L.O. zelf het nieuwe schoolgebouw uit eigen middelen te stichten en alleen in zoover van den Raad medewerking te verkrijgen, dat op het nieuwe gebouw als het ware alle lusten en lasten overgaan, welke thans verbonden zijn aan het oude. Terecht zegt de Inspecteur in zijn advies, dat de L.O.-wet 1920 niet voorziet in dit geval. Het verzoek kan dus niet op dien grond inge willigd worden. Spr. is het dan ook geheel met den Inspecteur eens, dat hier gestreefd moet worden naar een onderlinge overeenkomst tusschen de Gemeente en het schoolbestuur buiten de L.O.-wet om; het komt hem derhalve gewenscht voor, een en ander bij notarieele akte vast te leggen. De VOORZITTER zegt, dat het schoolgebouw aan de Catharinastraat oud, maar niet ondeugdelijk is. Het school bestuur heeft nu gevraagd ook omdat de ligging van de school, uit een verkeersoogpunt bezien, zeer ongunstig is om medewerking voor de stichting van een nieuw schoolge bouw. Burgemeester en Wethouders hebben zich bereid ver klaard, dit te bevorderen en hebben allerlei wegen gezocht om tot een goede oplossing te geraken. De thans voorgestel de is zoo eenvoudig en practisch mogelijk; er worden daar door geen directe financieele offers van de Gemeente ge vergd. De heer MABELIS blijft van meening, dat de Raad zich niet kan uitspreken voor het verleenen van medewerking op grond van de bepalingen der L.O.-wet. De VOORZITTER ziet dit niet in. De heer MABELIS acht het noodig, met het schoolbestuur een overeenkomst aan te gaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 302