318
/V 3 NOVEMBER 1938.
hinderlijk zijn voor het gezicht. Er is evenwel ook een loop
graaf op het Pastoor Pottersplein. Dit nu vindt Spr. geen
ideale plaats voor zoo iets. Zij wordt langzamerhand door
de schooljeugd vernield. Het ware z.i. beter geweest, de loop
graaf aan te leggen op het onbebouwde terrein, dat in de
buurt van het plein is gelegen.
De VOORZITTER geeft toe, dat de plaats niet zoo gun
stig is. Aanleg op onbebouwd terrein heeft evenwel dit be
zwaar, dat zoo'n terrein weieens binnen korten tijd kan
worden verkocht. De zaak zal niettemin nog eens worden
bezien.
De heer STRUIKEN verklaart, de bordjes met de woorden
„Verboden toegang", welke in de loopgraven zijn geplaatst,
zeer leelijk te vinden. Zij zijn bovendien overbodig in de
plantsoenen, waar men eerst over de gazons moet loopen
vóór men de loopgraven bereiken kan. Het betreden van die
gazons nu is al verboden.
De VOORZITTER zal een en ander nog eens persoonlijk
nagaan en zal daarbij, voor zooveel mogelijk, met de ge
maakte opmerkingen rekening houden.
De heer DE JONG wil nog opmerken, dat van de zijde
van Spr. en zijn partijgenooten medewerking aan de luchtbe
schermingsmaatregelen kan worden verwacht. Dit neemt
echter niet weg, dat er alle aanleiding is om deze kwestie
wat ruimer te bekijken en niet alleen de gevoelsargumenten
op den voorgrond te plaatsen, zooals dc Voorzitter heeft ge
daan. Spr. blijft er aan vasthouden, dat deze werkzaamheden
minstens onder de normale werkverschaffingsmaatregelen
hadden moeten vallen. Hij geeft toe, dat het een noodmaat
regel is geweest, maar hij dringt er ton sterkste op aan,
voortaan dergelijke werken in normale werkverschaffing te
doen uitvoeren.