29 NOVEMBER 1938.
335
dening zitten, maar ook voor die, welke te voren reeds toe
gepast moesten worden.
Onze taak is het, den zwarcn druk op de bevolking zoo
veel mogelijk te verlichten.
Hoe kunnen wij dezen stoot nu opvangen? Het adres van
de Vereeniging „Volksonderwijs" geeft de mogelijkheid
daartoe aan. Daarin wordt geredeneerd: aan de schoolgeld
regeling voor ouders met 1 kind kunnen wij niets verande
ren, maar er blijft nog over, de groote groep ouders met
méér kinderen.
In het prae-advies op het adres van den Bond voor Groote
Gezinnen zeggen Burgemeester en Wethouders, dat met de
belangen van de groote gezinnen in ruime mate rekening
wordt gehouden.
Spr. verklaart, het daarmede niet eens te kunnen zijn.
Wèl is in de gemengde hoofdsom de kinderaftrek reeds
verwerkt en ook geeft de schoolgeldregeling nog een kinder
aftrek van 5°/o, maar de practijk geeft toch vreemde uitkom
sten. Neemt men als voorbeeld een gezin met 5 kinderen,
waarvan 1 schoolgaand, dan moet daarvoor, bij een gemeng
de hoofdsom van 20,een schoolgeld betaald worden
van 5,44; een reductie dus van 1,34. Dat is mooi. Maar
zijn van hetzelfde gezin de kinderen alle 5 schoolgaand, dan
moet worden betaald 5 X 5,4-4 27,20. Dat is een
zware last!
Bij de berekening van de gemengde hoofdsom is reeds
rekening gehouden met den kinderaftrek. Maar, in verge
lijking met andere! gemeenten slaat Breda op het gebied van
kinderaftrek heusch niet zoo'n goed figuur.
Breda geeft 5% kinderaftrek.
In Rotterdam betaalt men slechts voor 2 schoolgaande
kinderen uit ieder gezin.
In Eindhoven is het grondgetal meestal gelijk aan Breda,
(soms iets hooger). De kinderaftrek is echter belangrijk
hooger. Art. 8 van de Eindhovensche verordening luidt:
„Het volgens art. 7 bere.kend schoolgeld wordt per leerling