336 29 NOVEMBER 1938. „en per jaar in verband met het bij den aanvang van het „schoolgeldjaar tot het gezin van den schoolgeldplichtige „behoorende aantal minderjarige eigen-, aangehuwde- of „pleegkinderen verminderd, bij een gemengde hoofdsom tot „en met 20,—, met: 10°/o bij 2 kinderen, 20°/o bij 3 kinderen, „30% bij 4 kinderen, 45% bij 5 kinderen, 60% bij 6 kinderen, „75% bij 7 kinderen, 90% bij 8 kinderen of meer." Hieruit blijkt, dat Eindhoven, evenals Breda, de kinderaf trek bepaalt naar het aantal minderjarige kinderen, doch dat de aftrek daar veel hooger is. Bij een gemengde hoofdsom boven 20,— is deze aftrek van 10% bij 2 kinderen oploopend tot 65% bij 10 of meer kinderen. Bovendien wordt elke aanslag naar beneden af gerond tot een geheelen gulden. Spr. deelt mede een aantal berekeningen te hebben ge maakt, met de systemen van Breda, Eindhoven en „Volks onderwijs'' als grondslag, en komt dan tot de volgende cijfers: Gemengde hoofdsom 2,.Gezin met 2 schoolgaande kinderen: Breda 2 X 3,— 6,—. Eindhoven 2 X 2,70 5,40, afgerond 5, „Volksonderwijs" 2 X 2,40 4,80. Zijn er 5 schoolgaande kinderen, dan worden deze cijfers: Breda 5 X 3,— 15,—. Eindhoven 5 X 1,65 8,(afgerond). „Volksonderwijs" 5 X 1,50 7,50. Zijn er) 8 kinderen, waarvan 3 schoolgaand, dan is de be rekening: Breda 3 X 3,— 9,—. Eindhoven 3 X 0,30 0,90, dus 0,00 (afgerond). „Volksonderwijs" 3, X 1,20 3,60. Bij een gemengde hoofdsom van 20,betaalt een gezin met 5 minderjarige kinderen, waarvan 3 schoolgaand, in: Breda 3 X 5,44 16,32. Eindhoven 3 X 3,85 11,(afgerond). „Volksonderwijs" 3 X 3,40 10,20.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 336