r W 348 29 NOVEMBER 1938. een overvloed van cijfers vergeleken met de Rotterdamsche en de Eindhovensche. Spr. zegt de Rotterdamsche verorde ning niet te kennen; mogelijk zijn daar de grondbedragen hooger dan hier. Eindhoven heeft blijkbaar een ander sys teem gevolgd. In het kort komt de kwestie hierop neer, dat de Regeering den eisch heeft gesteld de schoolgelden een bepaald bedrag te doen opbrengen. Aan den Raad wordt echter overgelaten en hierin schuilt een brokje autonomie met welk sys teem dat te bereiken. Het te Breda bij de berekening van het schoolgeld toegepaste systeem heeft nog nimmer tot klach ten aanleiding gegeven en is dus klaarblijkelijk niet zoo slecht. Er is een groot verschil in, of men bij de tarieven uitgaat van het aantal minderjarige dan wel van het aantal schoolgaande kinderen per gezin. Past men het laatste toe, dan kan het aftrek percentage veel royaler zijn. In het voorstel van „Volksonderwijs" wordt niet aangegeven, welk systeem daar toegepast wordt. In de Bredasche verordening geldt het getal minderjarige kinderen per gezin als basis voor de tarieven. Dat dit tot belangrijken aftrek kan leiden, blijkt wel uit het feit, dat b.v. aan een gezin met 6 minderjarige kinderen, waarvan slechts 1 schoolgaand, een korting van 25°/o wordt toegestaan. In het andere systeem krijgt men in dit geval geen korting. Spr. meent, dat het weinig zin heeft, op deze plaats zich te verdiepen in de vraag, of schoolgeld al of niet tot de be lastingen moet worden gerekend. Er zijn goede argumenten aan te voeren tegen de stelling van den heer L a u r e ijdat de voorgestelde verhooging een bepaalde categorie inwoners treft. In den gedachtengang van den heer L a u r e ij zou dit ook steeds het geval zijn bij iedere verhooging van tarieven voor bijv. gas, water, electriciteit, enz. enz. Men voelt, dat dit niet juist kan zijn. Stelt men b.v. het geval, dat in een complex van aanzienlijke heffingen het schoolgeld zeer laag zou zijn, dan zou het duidelijk spreken, dat bij een noodzakelijke inkomsten-vermeerdering het schoolgeld het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 348