OA-
354
29 NOVEMBER 1938.
houdt. Spr. heeft betoogd, dat de bestaande tarieven in
Breda reeds veel hooger zijn dan die in Eindhoven en dat het
hem daarom onjuist voorkomt, de Bredasche schoolgelden
nog weer eens te gaan verhoogen .Spr. begrijpt niet, waarom
de Regeering dit verschil nog wenscht te vergrooten. Met
groote verwondering heeft Spr. den Voorzitter hooren
zeggen, dat het slechts met groote moeite is gelukt, de
kinderaftrek te mogen toepassen. Hiervan begrijpt Spr. niets.
In alle gemeenten wordt toch een kinderaftrek toegepast.
Wat wil de Regeering dan toch?
Al geeft Spr, toe, dat het niet juist zou zijn, bij ieder
regeeringsplan met tegenstand te komen, hier beteekent dit,
dat men, bij aanvaarding van het voorstel van Burgemeester
en Wethouders, iedere kans op verzachting van den school-
gelddruk verwaarloost.
Spr. stelt voor, dat de Raad in de gelegenheid wordt ge
steld, vóór de beslissing eerst de genoemde cijfers te bestu-
deeren. Aanhouding van dit punt is daarvoor noodzakelijk.
Wethouder VAN MIERLO acht aanhouding niet ge-
wenscht. Beter is het thans te beslissen en daarna de zaak
nog eens te bekijken. Voor 1938'39 is aan de verhooging
niet meer te ontkomen. Het schooljaar is reeds voor een
deel verstreken en bij aanhouding zou het eenige gevolg zijn,
dat de aanslagen eerst tegen het einde van het schooljaar
zouden kunnen' worden uitgereikt, hetgeen de ouders onnoo-
dig last zou veroorzaken.
De heer1 HEER meent, dat de Raad Juist omdat de invor
dering voor 1938'39 spoed vereischt, nu het voorstel van
Burgemeester en Wethouders niet mag aanvaarden.
De heer DE JONG merkt op, dat wellicht nog een tus-
schenweg kan worden bewandeld. De Raad zal ook morgen
nog vergaderen. Indien de gegevens van den heer Heer
met spoed aan den Raad kunnen worden voorgelegd, zal