I HA-
29 NOVEMBER 1938. 365
hiervan is moeilijk. Het spijt ons, dat het College ons hier
omtrent niet nader heeft kunnen inlichten.
Hoe gebonden aan hoogere organen ook, het wil niet
zeggen, dat we bij de pakken moeten neerzitten en niet
alles zouden moeten doen om de grondslagen te leggen tot
heropbloei dezer gemeente.
Behalve het optimistisch geluid van het College en de
niettegenstaande alles nog gezonde financieele toestand doet
het goed te bemerken, dat de annexatie toch wel zoo ver
gevorderd is, dat een actie daartegen kon worden begonnen.
Wij begrijpen het standpunt van de actie-voerende gemeen
ten wel, al gaan wij niet accoord met vele hunner argumen
ten, Tegenover de rekenmeesters van de anti-annexatie
krant zijn anderen te plaatsen,; die het omgekeerde U voor
rekenen. Het is ook niet voor de saneering van de financiën,
dat Breda spoedige annexatie gaarne ziet, doch omdat wij
meenen, dat daarmede het algemeen belang is gediend. Een
zoo ineengegroeid complex van gemeenten, waarvan de
randgemeenten in ruime mate profiteeren van de centraal
gelegen stad met zijn slachthuis, ziekenhuizen, arbeiders
woningen enz., met het groote contingent bewoners, die in
Breda hun salaris verdienen en aan de randgemeenten hun
bewoners leveren, moet centraal bestuurd worden, wil het
in de toekomst tot een gezonde eenheid groeien. Wèl de
voordeelen te willen genieten van de aangesloten groote
stad en niet de lasten te willen dragen, wèl zijn inwonertal
te willen vergrooten met door het complex aangetrokken
bewoners, zonder krachtig voor den juisten groei van dit
complex te kunnen werken, is niet juist. De historische groei
eischt een nieuwen vorm. Het financieel argument gaat niet
op en is van minder belang. De lasten worden toch hoe
langer hoe meer geëgaliseerd. De te verwachten forensenbe
lasting is daarvan een voorproefje en zooveel is het verschil
ook niet.
De inkomsten per inwoner zijn in Breda grooter dan die
van Ginneken. Per slot zijn de te verteren inkomsten toch