29 NOVEMBER 1938.
deze lasten volledig voor rekening van de gemeente komen,
terwijl de uitkeeringen van z.g. armlastigen voor het over-
groote deel toch niet anders zijn dan ondersteuning aan
crisis-slachtoffers? Daarom zijn wij van meening, dat een
belangrijk deel van deze lasten ook voor een rijkssubsidie in
aanmerking moet komen.
Weliswaar is het rapport der Staatscommissie nog niet
(verschenen, waarin één en ander met betrekking tot deze
kwestie nader zal worden uitgewerkt. Het zal een gemeente
bestuur, dat op alles moet letten om aan financieele midde
len te komen, o.i. moeilijk kwalijk genomen kunnen worden,
wanneer het op wat spoed aandringt, dat deze materie ge
regeld komt.
We kunnen ons bovendien moeilijk voorstellen, dat het
College de kwestie niet voldoende belangrijk voorkomt om
er grondige aandacht aan te schenken.
Een vraag dringt zich bij het lezen van de betreffende
passage aan ons op: waarom het College slechts afwacht wat
de gevolgen zullen zijn voor onze gemeente van de voorne
mens der Regeering, kenbaar gemaakt in de millioenennota
ten aanzien der Gemeenten, en niet reeds vooraf zich een
oordeel tracht te vormen, zoodat zij eventueel optreden van
de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten kan stimu-
leeren of op andere wijze van een bepaald inzicht kan blijk
geven. Waarom dus heeft het College ons niet een nota
overgelegd, zoodat ook wij van den aanvang op de hoogte
zijn, wat ons eventueel staat te wachten? Wij meenen, dat
de Raad er recht op heeft al die maatregelen te kennen
zoo noodig ook vooraf -die van invloed kunnen worden
op de gemeentelijke huishouding.
Al meent het College, dat er geen enkelen grond aanwe
zig is voor de veronderstelling, dat de Regeering plannen zou
koesteren om b.v. den steun aan armlastigen te halveeren om
daardoor gelden te vinden om de in moeilijkheden verkee-
rende gemeenten te helpen, dringen wij er met des te meer
klem op aan, mocht een dergelijke aandrang komen, die
terug te wijzen.