I
376 29 NOVEMBER 1938.
werkverschaffingen ver uit de buurt, vrijwilligers te vragen.
Toen wij onze opvattingen kenbaar maakten omtrent een
groote-werkenplan en industrialisatie als middelen ter be
strijding van de werkloosheid en bevordering van de vakop
leiding van jongere arbeiders, hebben we ons onthouden van
het plaatsen van opmerkingen omtrent incidenteele moge
lijkheden.
Daarom willen we niet nalaten er nogmaals met zeer veel
klem op te wijzen, dat naast een uitbreidingsplan, in dezen
tijd een groote-werkenplan van b.v. vijf-zes jaar van belang
rijke beteekenis zal zijn.
Laat het College er daarom toe overgaan, een dergelijk
groote-werkenplan te ontwikkelen en daarna besprekingen
voeren met het Werkfonds wat daarvan na gepleegd
overleg met den Raad binnen afzienbaren tijd in uitvoe
ring kan worden gebracht.
Wij geven toe, dat een aantal belangrijke objecten binnen
korten tijd verder in bewerking moet komen, waarvoor reeds
besluiten zijn genomen, doch we moeten verder en daarvoor
is het overzien van een serieus gesteld plan, zeker geen
overbodige luxe.
Bij den aanvang van de uit te voeren werken geven we in
overweging, dat wordt bepaald, dat een percentage jeugdige
werklieden, b.v. 15%, van het totaal aantal werklieden, in
het belang van de vak-opleiding, wordt geplaatst.
Waarom wordt een woningtelling zoo met enkele woorden
afgewezen? Toen voor een paar jaar de jeugd-registratie ook
werd weggepraat als ondoelmatig, bleek later onze aandrang
toch niet zoo onjuist te zijn geweest zooals veel van wat
de laatste 10-11 jaar door onze fractiegenooten werd voorge
steld in uitvoering is gekomen
De jeugdregistratie biedt goede diensten. Waarom zou ook
een woningtelling haar belang en waarde niet bewijzen? Een
aantal terzake kundige, door werkloosheid getroffenen, zou
er weer eenigen tijd mee aan arbeid zijn geholpen. Waarde
volle gegevens zouden ons ongetwijfeld bereiken voor het