J 382 29 NOVEMBER 1938. tweede plaatsi de voorstelling, alsof daar in Den Haag alleen personen het roer in handeti hebben, die met zeker genoe- in gen allerlei maatregelen nesmen, die de gemeenten in moei- ra] lijkheden en de werkloozen in grooter narigheid brengen, worden daarin op klare en krachtige wijze aangepakt en en rechtgezet. de Gaarne breng ik het? College daarvoor lof. ric De wijze, waarop het College de verhooging van de school- Ee geldheffing, waaraan niet was te ontkomen, heeft geregeld, nii getuigt van een open oog voor de belangen der minst-draag- »- de krachtigen, terwijl inderdaad die verhooging toch niet van ge zoo groote beteekenis is als de uitvoerige beschouwingen hierover zouden doen veronderstellen. Br Hulde verdienen Burgemeester en Wethouders eveneens he voor de wijze, waarop zij de werkloosheid trachten te be- da strijden. lij; Natuurlijk zouden wij het liefst alle werkloozen aan het vc werk zien, maar een aantal van 400 zooals voor 1939 in uit zicht wordt gesteld, is een aantal^ dat genoemd mag worden Bi en zeer gunstig afsteekt bij de getallen, diejwij tot voor kort W( kenden. Eu al moet worden erkend, dat de regeeringsmaatregelen Ba Burgemeester en Wethouders den wind in de zeilen hebben gr geblazen, erkend moet eveneens worden, dat het College met tei jdoortastendheid en Voortvarendheid de geboden gelegen- aj( heden heeft benut. Te zamen met hen, die straks werk zul- Ba len vinden bij de uit te voeren werken, zal voor een belang- ke rijk aantal werkloozen arbeid zijn verkregen, al is helaas jn daarmede het vraagstuk allerminst uitgeput. Bi Het benutten van het rapport van het Economisch-Tech- zo nologisch Instituut op de wijze, als Burgemeester en Wel- gc houders zich dat voorstellen, komt mij eveneens juist voor. ze In ieder geval vestigt de verschijning van het rapport en de verspreiding van een uittreksel daaruit, de aandacht op ge Breda, al zal uiteraard slechts vergelijking met de gegevens van andere plaatsen, de waarde ervan voor Breda afdoende kunnen aantoonen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 382