386 29 NOVEMBER 1938. De heer STRUIKEN zal gaarne nogmaals het woord voe ren, ten einde nog even te kunnen ingaan op hetgeen de andere heeren hebben ter sprake gebracht. In het bijzonder wenscht Spr. te reageeren op de rede van den heer D e Jong. Deze schept in zijn betoog tegenstellingen, welke in het practisch bestuur der gemeente in het geheel niet be staan. Dat het Regeeringsbeleid de oorzaak zou zijn van de huidige moeilijkheden op financieel gebied is wel heel ge makkelijk te zeggen, maar niet waar te maken. Wij leven nu eenmaal in een tijd van omvorming van het maatschappelijk leven en het is te begrijpen, dat het ook voor onze Regee ring zeer moeilijk is, uit dit doolhof onmiddellijk den juisten weg te vinden. Voor de gemeente is het van groot belang, daarbij haar autonomie zoo goed mogelijk te bewaren en te behouden. Dikwijls zal het ook hier wel een kwestie van geven en nemen: zijn, een zoeken naar een nieuwe plaats in een groeiende maatschappij. Dat de Regeering zich onder deze omstandigheden weieens met de gemeentezaken zal gaan bemoeien, ondervonden wij reeds enkele malen. Toch zijn deze gevallen nog maar zeer incidenteel; zij wettigen geenszins de scherpe critiek, welke de heer De Jong voortdurend over de Regeering heeft uitgestort. Spr. heeft daartegen ook het bezwaar, dat het hier niet de plaats is voor een dergelijke critiek: wij zijn hier in een vergadering van den gemeenteraad. Het citaat, door den heer D e Jong gegeven uit „de Tijd" dateert reeds van vlak na de Troonrede. Deze Troonrede was wel somber, maar de uit werking ervan is toch nogal meegevallen. Het gaat niet aan, deze nu te diskwalificeeren. Spr. wenscht ook stelling te nemen tegen de schampere opmerking van den heer De Jong over geestelijke en moreele herbewapening. Waarom toch, als juist deze bewe ging zoo goed past in de sfeer van het socialisme? Overigens acht Spr. het moeilijk debatteeren tegen een redevoering, die zoo sterk naar eigen roem smaakt. De bewering, dat de soci-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 386