402 r.' 29 NOVEMBER 1938.
zou komen. Nu gaat de verstrekking der gelden via het
Werkfonds op aannemelijke condities. Als men dus nu met
plannen voor groote werken komt, dan vindt dit zijn oor
zaak in het feit, dat er in Den Haag een gunstiger wind
wiaait dan voorheen; alles werkt nu vlotter en soepeler. En
de Gemeente is er zooals de Voorzitter, zeide steeds
als de kippen bij.
Er is gevraagd, hoeveel er nu reeds in totaal bezuinigd
is. Voor het antwoord op die vraag refereert Spr. zich aan
de woorden van den Voorzitter: het is vrij nutteloos dit na
te gaan; wil men het evenwel weten, dan kan men het zelf
nagaan door de begrootingscijfers van de laatste jaren met
elkander te vergelijken. Kon er nog meer bezuinigd worden
al was het een bedrag van 5 ton dan zouden Burge
meester en Wethouders het doen, maar er valt niet veel
meer te bezuinigen. Op de politie b.v. kan niet zooveel be
zuinigd worden. Desniettemin zijn Burgemeester en Wethou
ders er toch nog in geslaagd daarop tusschen 1934 en 1939
70/o te bezuinigen. Op het onderhoud van straten en pleinen
is tusschen 1933 en' 1939 20°/o bespaard, niettegenstaande het
stratennet in dat tijdvak aanmerkelijk is uitgebreid. Op we
gen en voetpaden is tusschen 1933 en 1939 15°/o bezuinigd.
Ten opzichte van de Beplantingen is op papier niet bezui
nigd, maar als men nagaat, wat er sindsdien aan parken en
plantsoenen bij gekomen is, terwijl er voor 1939 slechts
2000,meer geraamd wordt dan enkele jaren geleden, dan
is er ten slotte toch nog bezuinigd. Burgemeester en Wethou
ders zullen er op blijven staan, dat de gelden der Gemeente
op de zelfde wijze beheerd zullen worden als tot dusver.
Zij zullen er voor waken, dat de gewone schuldenlast der
Gemeente niet, tenzij noodzakelijk, in belangrijke mate
toeneemt, ten einde zoodra mogelijk te kunnen terugkeeren
tot de volledige gemeentelijke autonomie, wanneer straks een
wijziging van de financieele verhouding tusschen Rijk en
gemeenten mocht tot stand komen.
De heer Struiken heeft nog gerept over den waterstaat-