,'öu 29 NOVEMBER 1938. 405 meester en Wethouders en steeds is de Raad gekend, waar het maar eenigszins noodig is. De heer De Jong heeft verschillende zaken aange roerd, welke hier niet thuis behooren. Spr. zal dan ook niet uitvoerig op de uitlatingen van den heer De Jong in gaan, doch enkele opmerkingen moet hij toch naar aanlei ding daarvan maken. Spr. ziet het College van, Burgemeester en Wethouders als een bestuursorgaan, dat practisch werk moet verrichten. Als de Regeering bepaalde wenken en voor schriften geeft, dan kan het niet anders doen dan die opvol gen. Wanneer nu de heer De J o ng het College verwijt, dat het meer de mentaliteit bezit van de Ministers C o 1 ij n en De Wilde dan van de Ministers R o m m e en Steenberg he, dan is dat onaangenaam, zoowel voor de Regeering als voor het College. Niets wijst er op, dat er in de Regeering twee stroomingen zijn, die tegen elkaar inwerken; wèl is er een ontwikkeling in de ideeën- gang te constateeren. Maar, ook al is de houding van den heer C o 1 ij n tegenover enkele vraagstukken veranderd, dan beteekent dat nog niet zooveel. Immers, wie verandert er niet onder de huidige tijdsomstandigheden? Ook bij de geestverwanten van den heer De Jong is die verande ring te bespeuren. Spr. herinnert zich b.v. nog, dat de S.D.A.P. vroeger van oordeel was, dat bescherming door tarieven het laatste was, waartoe men moest overgaan. Nu denkt zij daar anders over. Er is dus ook bij de S.D.A.P: wel iets veranderd. Maar, zooals gezegd, dit is niets bijzonders; ieder mensch moet in zijn leven een ontwikkeling in zijn ideeëngang doormaken; onder de huidige omstandigheden gaat het alleen wat sneller. Een uitlating, als die van den heer De Jong, doet dan ook niet prettig aan. Men zal er Burgemeester en Wethouders wel niet van ver denken, dat zij het aantal bij de werkverschaffing geplaatsten eerst later van 275 tot 400 hebben opgevoerd om er een schepje op te doen. Spr. neemt dat niet aan. Als men in dit verband van invloeden spreekt, dan moet het ieder duidelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 405