406 29 NOVEMBER 1938.
fzijn, dat heij juist zit in den aandrang der Regeering, die,
steeds meer de gelegenheid openstelt voor het te werk stel
len van werkloozen buiten de gemeente. Wanneer nu de
heer De Jong zegt: „Dat is de richting R o m m e -
Steenberghe", dan is dat even onvriendelijk als dat
Spr. zou zeggen: „Dan behoort hij, die het aantal op 275 wil
handhaven, tot de richting C o 1 ij n - D e Wilde".
Vorige jaren kon men niet zooveel werkloozen bij de
werkverschaffing plaatsen, aangezien er in Breda en directe
omgeving vrijwel geen objecten voor werkverschaffing te
vinden waren. Sinds September j.l. is daarin verandering
gekomen, doordat de Regeering elders de gelegenheid tot
plaatsing bij de werkverschaffing heeft opengesteld. Burge
meester en Wethouders zijn toen direct daarop ingegaan.
Het uitvoeren van groote werken is niet in de eerste plaats
als werkverruiming bedoeld. Zulks zou verkeerd zijn. Dit is
dan ook juist de zwakke plek in het Plan van den Arbeid,
al heeft dit overigens zijn verdiensten. Het plan-Westhoff is
op andere leest geschoeid; het gaat uit van/ economisch nut
tige werken, die blijvende bestaansmogelijkheden bieden.
Het Plan van den Arbeid heeft ook goede dingen, maar als
men nagaat, dat voor de uitvoering van werken 3 a 4 maal
zooveel kapitaal noodig is als het bedrag, dat aan loon kan
worden uitgekeerd, dan moet men toch erkennen, dat het
een ruïne voor de overheidskas zou worden. Hadden Bur
gemeester en Wethouders zich in de afgeloopen jaren ook
op het standpunt gesteld maar zooveel mogelijk groote
openbare werken uit te voeren en daarvoor leeningen te
sluiten, dan was Breda in het moeras geraakt en had er geen
uitzicht bestaan om ooit nog eens uit de crisis te komen.
Wethouder KROONE zal zich beperken tot een paar op
merkingen. Hij kan voor 100% onderschrijven, hetgeen door
den Voorzitter is gezegd met betrekking tot de werkver
schaffing en werkverruiming. Men kan er zeker van zijn, dat
Burgemeester en Wethouders al het mogelijke doen om de
