408 - 29 NOVEMBER 1938.
den zelfden tijd zal nemen als daarvoor noodig is geweest.
Dit zou te ver voeren. Het komt Spr. trouwens voor, dat niet
alles in die replieken zoo belangrijk is geweest om daarop
in te gaan. Hij zal dan ook slechts aan enkele meer algemeene
kwesties aandacht schenken.
In de eerste plaats zou hij dan willen wijzen op het adres,
hetwelk de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten juist
dezer dagen tot de Tweede Kamer heeft gericht. In dat
aldres wordt voor het overgrootste deel aandacht geschon
ken aan hetgeen hier door het College; van Burgemeester en
Wethouders eigenlijk bestreden is, namelijk de redelijkheid
van het verhalen van de crisislasten op den Staat. Spr. haalt
in verband hiermede een passage uit het adres aan met be
trekking tot het opheffen van de scheidingslijn tusschen
armen- en werkloozenzorg en verklaart, dat dit ongeveer
hetzelfde is ais Spr. en zijn fractiegenooten beoogen. Men
zou hieruit de conclusie trekken, dat het College van Burge
meester! en Wethouders het met de strekking van dit adres
niet eens zijn.
Een ander punt is de kwestie: aanpassingspolitiek of be-
heerschte conjunctuur-politiek. Daarmede is geheel aange
duid, wat Spr.'s fractie heeft willen zeggen met de richting
C o 1 ij n - D e Wilde en de richting R o m m e -
Steenberg he. Als zij zich heeft veroorloofd, het licht
te laten vallen op de scheidingslijn, welke zich in de Regee
ring heeft geopenbaard, door te zeggen, dat het een huis is
in zich zelf verdeeld, dan komt dit nog sterker tot uiting in
woorden, welke door Katholieke voormannen zijn gebruikt.
Mr. Teulings, de financieele specialist van de R.K.
Staatspartij b.v., heeft het al heel sterk uitgedrukt door,
sprekende over de millioenen-nota der Regeering, te zeggen,
dat het economische deel daarvan een veel frisscheren in
druk maakt dan het financieele gedeelte; dit laatste deel is
ingegeven door Minister De Wilde. En Mr. Ver
schuur schrijft over den in het uitzicht gestelden belas
tingdruk, dat hij het bedrijfsleven en de consumenten groot